Onlangs was ik betrokken bij een initiatief om de agrarische sector te betrekken bij de Nederlandse wateropgave. Zorg ervoor dat boeren en tuinders een bijdrage leveren aan waterberging, waterkwaliteit en verdrogingsproblematiek is het doel van dit initiatief. Een uitdagende opgave, want de problematiek is complex, met veel verschillende belangen, een range aan doelstellingen, meerdere betrokken bestuurslagen en 60.000 agrarische ondernemers.
Tijdens de bijeenkomsten die ik observeerde was het enthousiasme en het optimisme over dit initiatief gelukkig groot. Er lagen al veel innovaties op de plank, waar agrarisch ondernemers zo mee aan de slag zouden kunnen. Het uitrollen van deze innovaties over Nederland was een belangrijke doelstelling van het project, zo werd mij verteld.
Als buitenstaander en expert op het gebied van kennissamenwerking was het mijn opdracht om te reflecteren op dit project en een interventie te doen om het toekomstig succes van dit project te vergroten. In tijd was mijn bijdrage klein en ik realiseerde mij dat mijn interventie het meest effectief zou zijn wanneer de trekkers van het project er zelf mee verder zouden kunnen. Ik besloot het dominante taalgebruik eens onder de loep te nemen.
Men had het over “innovaties die op de plank lagen” en “innovaties die uitgerold moesten worden”. Als je die metaforen serieus neemt dan is een innovatie dus zoiets als een rol tapijt, die op een plank ligt. Je haalt de rol van de plank, geeft er een zetje tegen en heel Nederland is met een laag vernieuwing bekleed. Dat klinkt eenvoudig, maar waarom komen al die innovaties dan toch zo moeizaam van de grond?
De metafoor werkt misleidend. Mijn belangrijkste boodschap voor de trekkers van dit project was dan ook “Innovaties liggen niet op de plank, innovaties vind je in de praktijk”. Op de plank liggen onderzoeksrapporten met innovatieve ideeën die zich misschien in een pilot project, met behulp van veel subsidiegeld hebben bewezen, maar daarmee nog geen gemeengoed zijn in het boerenbedrijf. Om zo’n innovatief idee te implementeren in de praktijk is nog heel wat werk nodig. Het vergt maatwerk om er voor te zorgen dat de innovatie aansluit bij de specifieke wateropgaven in een gebied en past in de bedrijfsvoering van een individuele boer. Beleid is nodig om boeren er middels subsidie of regelgeving toe te bewegen hun praktijk daadwerkelijk aan te passen.
In ons taalgebruik maken we voortdurend gebruik van metaforen om ingewikkelde en abstracte zaken hanteerbaar te maken. Daar is niets mis mee, een goede metafoor kan een krachtig instrument zijn om betekenis over te dragen. Maar slecht gekozen metaforen kunnen er ook voor zorgen dat we ons zaken anders voorstellen dan ze daadwerkelijk zijn. En het gevaar is dat we ons handelen dan op de verkeerde zaken richten.
Mijn boodschap “innovaties liggen niet op de plank” bleek een krachtige interventie die veel discussie los maakte. Gezamenlijk kwamen we tot de conclusie dat partijen in de regio veel werk moeten verzetten om innovaties daadwerkelijk tot stand te brengen. Een workshop om deze regionale partijen bij elkaar te brengen en ze bewust te maken van het belang van hun rol, vormde daarom de eerstvolgende stap in het project.