Intervisie praktijkgericht onderzoek

In opdracht van het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en in samenwerking met de Vereniging van Lectoren ontwikkelde ik een intervisiemethodiek voor praktijkgericht onderzoek.

U kunt mij inhuren als gespreksleider, die de intervisie begeleidt.

De methodiek vormt in drie opzichten een vernieuwende aanvulling op de bestaande set van instrumenten voor kwaliteitsborging:

  1. De methodiek bevordert kwaliteit door het stimuleren van reflectie en het bevorderen van lerende netwerken en een lerende cultuur;
  2. De methodiek richt zich op de fase van de onderzoekuitvoering;
  3. De methodiek betrekt praktijkvertegenwoordigers (en docenten) in het proces van kwaliteitsborging.

De methodiek is specifiek ontwikkeld voor praktijkgericht onderzoek door hogescholen, maar is breder relevant voor onderzoeks-instellingen die zich in hun kwaliteitsbeleid niet willen beperken tot kwaliteitscontrole op de eindproducten, maar actief een lerende cultuur willen stimuleren en daarbij ook bewust de interactie met praktijkpartners, stakeholders en kennisgebruikers willen aangaan.

De methodiek past binnen een breder zichtbare verschuiving in de kwaliteits-borging van wetenschappelijk onderzoek.
Hemlin & Rasmussen (2006) constateren dat naast kwaliteitscontrole, vormen van kwaliteitsmonitoring steeds belangrijker worden. Waar kwaliteitscontrole – vaak in de vorm van peer review – betrekking heeft op het eindproduct van onderzoek, richt kwaliteitsmonitoring zich op het proces van onderzoek en is niet zozeer controle, maar ‘organizational learning’ het doel.

Deze verschuiving van controle naar monitoring en learning hangt nauw samen met de ontwikkeling van nieuwe perspectieven op de rol van wetenschap in de samenleving. Er wordt steeds meer belang gehecht aan onderzoek dat maatschappelijke uitdagingen adresseert en positieve maatschappelijke impact creëert. Uit een studie van Duiveman (2015), blijkt dat de afstemming tussen onderzoek en maatschappelijke vraag in veel gevallen een voortgaand leerproces tussen onderzoekers, stakeholders en kennisgebruikers vergt.

Duiveman (2015) deed onderzoek naar het onderzoeksprogramma Kennis voor Krachtige Steden. In het programma werkten wetenschappers samen met stedelijke partijen binnen in totaal 50 verschillende consortia.

“40% van alle respondenten geeft aan dat de kennisbehoefte gedurende het onderzoek veranderde; onder invloed van externe ontwikkelingen ofwel door deelname aan het onderzoek. Tegen de achtergrond van deze veranderende kennisbehoefte geeft twee derde van de respondenten aan dat gaandeweg de samenwerking het onderzoek beter tegemoet kwam aan de eigen kennisbehoefte” (Duiveman, 2015, p.53).

 

Hemlin, S., & Rasmussen, S. B. (2006). The Shift in Academic Quality control, in: Science, Technology & Human Values, 31(2), 173–198.
Duiveman, R. (2015). Vernieuwende interacties tussen wetenschap en stedelijke praktijk, in: W. Hafkamp, J. Koffijberg, T. Rutjens, & G. Teisman (Eds.), De stad kennen, de stad maken. Inleiding en Inhoud. (p.49-58). Platform31.